Waarom raadpleeg ik een orthodontist?

De meeste patiënten roepen de hulp in van een orthodontist, omwille van esthetische redenen.
Ze wensen een mooi gebit en een harmonisch profiel.

De tanden van de boven- en onderkaak vormen samen één geheel. Als de tanden goed op mekaar passen, kan dit geheel goed werken. Maar vaak zie je dat dit niet zo is.

Hoe kunnen deze afwijkingen ontstaan

Heel wat afwijkingen (foutjes) zijn erfelijk bepaald dat wil zeggen dat ze in jouw familie reeds voorkomen. 

Sommige afwijkingen ontstaan tijdens de groei en de ontwikkeling van het gebit. Zo kan je bijvoorbeeld als jonger kind op je tandjes gevallen zijn; waardoor de tanden verplaatst werden of zelfs verloren gegaan zijn.

Een andere mogelijkheid is dat je door cariës (gaatjes), melktandjes vroegtijdig verloren hebt.

Sommige gewoontes kunnen ook een negatieve (slechte) invloed op de gelaatsgroei en op de gebitontwikkeling hebben. Enkele voorbeelden hiervan zijn duimzuigen, nagelbijten, tongpersen, verkeerde slikgewoonte, of mondademhaling…

Als jouw tandarts zoiets bij jou ontdekt, zal hij jou doorverwijzen naar de orthodontist(e). Deze zal er- samen met jou- voor zorgen dat jouw kaken mooi op elkaar passen en dat de tanden mooi in een rijtje komen staan.

Er bestaat een wijd verspreid misverstand dat de orthodontische behandeling enkel een esthetische correctie is. De orthodondiste tracht echter nog in belangrijker mate een beter functionerend (werkend) geheel en een eenvoudiger te poetsen gebit te bekomen.

Er dient nog opgemerkt te worden dat bij een groeiend kind veel kan verbeterd worden wat betreft de kaakrelatie door de groei te beïnvloeden.

Bij de volwassene zal de orthodontist(e), voor een zelfde afwijking van de kaken, soms de hulp van de kaakchirurg moeten inroepen. Dan zal een gecombineerde orthodontische –kaakchirurgische behandeling aangewezen zijn.

Enkele voorbeelden hiervan volgen:

  • Soms zie je een vergrootte afstand tussen de tanden van de boven- en de onderkaak.
    Daardoor is het vaak moeilijk om iets af te bijten.
  • Soms glijden de tanden is de verkeerde richting af bij het dichtbijten.
    Daardoor kunnen de kaken scheef groeien.
  • Soms zie je dat de tanden heel scheef staan en over mekaar groeien.
    Dit komt meestal omdat er ruimte tekort is in de kaak.

Dit zijn enkele voorbeelden van wat er verkeerd kan gaan tijdens de ontwikkeling van het gebit en het gelaat.